Taart met zandtaartdeeg, verse peren en amandelvulling en evt. een likje jam
Zoals eerder gezegd (zie recept Crisiskoekjes op de website) kook ik vooral uit de losse pols. In theorie zou je daarmee geen taarten kunnen bakken. Als het ergens nauw luistert met maat en gewicht is het in de patisserie. Toch bak ik ook al mijn taarten uit de losse pols. Ik volg de hoeveelheden uit het recept en schud dan een geschatte hoeveelheid in de beslagkom. Er is natuurlijk niets tegen een weegschaal of maatbeker in te brengen, maar ik ben vaak te eigenwijs om me aan een recept te houden. Dan wil ik iets minder boter en suiker en bedenk ik me al roerend dat het een mooie dag is voor extra kaneel, gember, nootjes, rozijnen, appel, peer, dadels en/of havervlokken.
Dat ik me er meestal uit red, komt omdat ik weet hoe stevig een zandtaartdeeg en hoe smeuïg een cakebeslag moet zijn en hoe zoet beslag moet proeven. Na het bakken smaakt het een stuk minder zoet, dus het beslag moet wat zoeter zijn dan je de taart wilt hebben. Eigenlijk vind ik het beslag vaak lekkerder dan het eindproduct, ik sta dan in een enkele seconde weer als meisje in de keuken van mijn moeder van het deeg te snoepen...
Soms is het toch iets minder zoet dan ik wilde. Ook dan is er vaak nog wel een mouw aan te passen. Er kan een zoete slagroom bij, een lik zoete jam overheen of wat zoete drank erover gesprenkeld. Ook heel lekker is een mengsel van een pakje monchou en een bekertje slagroom, naar wens gezoet.
De volgende peren-amandel taart bestaat uit 3 lagen. Een laag zandtaart deeg, een laag amandelvulling of frangipane, (zoals het in Frankrijk heet) en dan de peren. Hoeveelheden voor een platte taart op een bakplaat of een hoge taart in een grote springvorm.
Voor het taartdeeg heb je nodig: 400 gram meel (volkoren , wit of een mengsel van beiden), 2 koffielepels bakpoeder, snuf zout, 2 lepels kaneel, 150 gram suiker 150 gram boter (in stukjes gesneden, dan kneedt het gemakkelijker) en 2 kleine eieren.
Meng de droge ingredienten, dan de boter en als laatste de eieren. Je kunt met de hand kneden of met de deeghaken van de mixer. Als het goed is wordt het een bal deeg. Als je er iets te weinig ei of boter in hebt, wordt het een kruimeldeeg. Je hebt ook een fase ertussen, dat het deeg kruimelt, maar toch samen te drukken is tot een bal. Ik gebruik vaak deze fase om het kruimeldeeg in de (beboterde) vorm te storten en daar samen te drukken op de gewenste plaats. Dat scheelt weer het gedoe van uitrollen tot een deeglap. Zet de vorm met het deeg koel weg.
Maal voor de frangipane 200 gram amandelen, 100 gram suiker, 75 gram boter en 2 eieren fijn met een staafmixer of keukenmachine. Je kunt blanke amandelen of bruine (met het vliesje erom) nemen. Bij de laatste is de smaak licht bitter. Het is lekker als er nog wat textuur overblijft van de amandelen, maal ze niet te fijn. Het wordt een schuimig mengsel ongeveer vla dikte. Spatel dit op het deeg.
Schil 4 peren, halveer ze en snij ze in dunne lamellen op een snijplank zodat de vorm van de peer behouden blijft. Druk ze iets uit elkaar zodat de vorm wat langgerekter wordt. Neem de halve peren voorzichtig op met een spatel of lang mes. Drapeer ze op de frangipane. Het beste is wat harde peren. Rijpe geven te veel vocht af. Bak ongeveer 1 uur op 200 graden. Als het toch te vochtig is, draai de temperatuur dan wat terug en laat de bovenkant opdrogen. Gaar is de taart als een houten prikker er droog uitkomt. Versier de randen desgewenst met wat jam.
Susan Ebbers, december 2011.