Knolselderijsoep met uien, champignons, prei, wortel, groenselderij en bloemkool
Ik maak zelden gebruik van een recept. Eigenlijk kan je een kookrubriek niet slechter beginnen dan met zo’n zin. Maar ja, de waarheid is ook wat waard.
Zo heel af en toe raadpleeg ik internet voor inspiratie in de keuken. Meestal ligt er dan een onbestemd knolgewas wat als laatste van het groentepakket onze eetlust heeft overleefd. Maar het recept is voor mij dan toch enkel een aanleiding en ik zal het nooit precies volgens de letter uitvoeren.
De knol die deze week ons groentepakket vulde met zijn niet geringe omvang was een knolselderij. Nou, daar weet ik wel wat mee. Je kunt ze als groente eten door ze in blokjes niet al te lang in een wok te smoren. Je kunt ze in plakken bakken, evt. omwikkeld door geklutst ei en meel. En je kunt er heerlijke soep mee maken.
Laat er nou in de groentela ook nog wat waspeen liggen, een halve bloemkool, wat stukken groen van twee preien die we eerder deze week aten en een bosje groenselderij. En dan met dat novemberweer wat na een te lange periode nazomerwarmte eindelijk het perfecte midden heeft gevonden tussen de herfst en de winter: Dan is het niet moeilijk kiezen: Het wordt de soep!
Ingrediënten voor 10 personen:
1 knolselderij
4 liter water
8 bouillonblokjes
en diverse groenten. In dit geval:
3 grote uien
250 gram champignons
3-4 tenen knoflook
1 handvol waspenen
1 prei
1 bos groenselderij
1 halve bloemkool
Schil de knolselderij en snij hem in een aantal grote stukken. Doe hem in een flinke pan met 4 liter water en de 8 bouillonblokjes.
Snipper de uien en fruit ze goudgeel in een wok.
Snij de champignons in plakjes en voeg ze toe. Knijp de knoflookteentjes fijn en doe ook die in de wok. Snij de peen in plakjes en doe ze erbij in de wok. Voeg ook de in reepjes gesneden prei en groenselderij toe. Versnipper de bloemkool in kleine roosjes. Als de bouillon kookt, zet je het vuur laag. Als de knolselderij gaar is, pureer je hem met een staafmixer.
Vervolgens doe je de bloemkoolroosjes nog even kort bij de gefruite groenten in de wok. Een paar minuten roerbakken.
Als mijn schoonouders naar een restaurant gaan, zeggen ze altijd bij de bestelling: “Ober, we houden van gare groenten”. Ik probeer daarentegen groenten altijd zo kort te bakken of koken dat ze stevig blijven, beetgaar zijn. Ook in het geval van deze soep is dat een absoluut voordeel.
Vooral bloemkool is vreselijk als ze door en door gaar is en dan geserveerd met zo’n laf papje zoals begin jaren 60: Bah! Bloemkool met bite blijkt heel lekker.
Schep de groenten van de wok in de bouillon en dien de soep op.
Je kunt eventueel wat geraspte kaas in de soep strooien. Maar de soep is vooral lekker door de pure smaak van de groenten met de bouillon, zonder enige toevoeging van kruiden.
De gepureerde knolselderij bindt de soep een beetje. Mede daarom doet hij het goed als maaltijdsoep met wat brood en een salade.
Serveer er een plak roggebrood bij met een blauwe kaasspread, of stokbrood met kruidenboter: altijd goed.
Een lekkere aanvulling is een frisse salade met postelijn, komkommer, tomaat, appel, avocado.
Dressing van olijfolie, tamari, citroensap, gembersiroop en een scheutje yoghurt.
Eet smakelijk!
Gerrit van Meurs, november 2015.